HF306 + 2 x HF303 + 2 x AD5055 restauratie

@Erik,
goed idee, ingangimpedantie van toonregeling blijft zo gehandhaafd .

Dank!

In het ingangscircuit van de HF306

gaan alle ingangen via SK1 naar g1 van B3a. Alle weerstanden zijn 1 of meer megaOhm
De bandrecorder uitgang komt ook via R25/C18 van g1. Dat circuit is zeer hoog ohmig.
B3a versterkt ongeveer 10 keer.
Ik vraag me af of ik niet beter R12 (390k) kan vervangen door 320k+33k+33k(aan aarde) en de bandrecorder uitgang maak aan de laagste 33k. Dit verminderd de capacitieve belasting op g1 als er een bandrecorder aangesloten is.
Graag jullie advies.

HF 302 assembly manual schreef :
Eindversterker

In het principeschema (tekening 2) is te zien, dat de beide eindbuizen B5 en B4 voor
de voedings-gelijkspanning in serie staan. De katode van B5 is via de katodeweerstand
R35 (door de condensator C21 voor wisselstroom ontkoppeld) verbonden met het
chassis, dus met de "min" van de voedingsspanning. De anode van B5 is rechtstreeks
verbonden met de katode van de tweede eindbuis B4, waarvan de anode weer direct
is verbonden met de "plus" van de voedingsspanning (ca. 340 volt).
Om de voordelen te behouden, die de beide eindbuizen als pentoden bezitten, dient
het schermrooster (2e rooster, pen 9) van elke buis ongeveer dezelfde gelijkspanning
t.o.v. de katode te voeren als de anode van dezelfde buis, terwijl dit schermrooster
voor wisselspanningen juist zo goed mogelijk van de anode gescheiden moet zijn
(anders zouden de eindbuizen in feite trioden worden). Aan deze eis kan het beste
worden voldaan door een smoorspoel met hoge zelfinductie tussen anode en scherm-
rooster op te nemen (S1 en S2 in de HF 302) en de schermroosters door middel van
een condensator met grote capaciteit voor wisselspanning te ontkoppelen (C25 en
C22). De hoge zelfinducties van S1 en S2 zijn bereikt, door deze spoelen op één kern
te wikkelen en de wikkelingen zo aan te sluiten dat de stromen t.o.v. de kern in
tegengestelde richting lopen. De kern zal hierdoor niet worden voorgemagnetiseerd
en ondanks de verhoudingsgewijze kleine kern kan een hoge zelfinductie per smoor-
spoel worden verkregen.

Die FreeOCR had het behoorlijk moeilijk met de scan...

De beide smoorspoel wikkelingen ,zijn ondergebracht op een blik kern.
Het is een bekende schakeling die Philips heeft toegepast in zijn buizen
Hi Fi OTL versterkers. (Zo ik begrepen heb staan deze wikkelingen in
tegen fase.)
Het resultaat is minder vervorming in de eind trap en meer vermogen.
Een verdere uitleg hoe dat precies werkt zal in de service doc staan.
Lijkt mij een interessante materie.
Cees.

S2 is inderdaad nodig om gelijkspanning op B3 g2 te krijgen maar S1 lijkt me ook als extra afvlakking werken. Maar ik ben natuurlijk geen deskundige...

Kaashoek schreef : Als extra bijzonderheid hebben ze voor beide buizen een extra afvlakking voor de schermroosters gemaakt

Dat zie je verkeerd. Deze twee smoorspoelen zorgen ervoor dat de schermroosters voor AC geaard zijn naar de beide kathodes. Hierdoor wordt het beschikbare uitgangsvermogen groter. Voor de brom zal het niks doen. Die wordt al tegengegaan door de push-pull werking van de serieschakeling van de EL86's.